DIASPORALIA


Tijdens het stadsfestival Antwerpen Barok 2018 is in de Sint-Jozefskapel van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal een nieuwe kunstinstallatie van Koen Thys te zien. Diasporalia zijn twaalf bronzen matrassen, bedekt met bronzen afgietsels van persoonlijke bezittingen, die in twee rijen zij aan zij naast elkaar liggen. De bedden zijn leeg, er is geen levende ziel te bespeuren. De vormentaal en de opvallende kleuren blauw en goud zijn zeventiende-eeuws barok, de thematiek van Diasporalia is de vluchtelingencrisis van vandaag.
 
Bij de openstelling van de installatie verscheen een mooi uitgegeven boekje (Nederlands/Engels) dat een honderdtal bladzijden telt. Het opent met een inleidende brief van SMAK-directeur Philippe van Cauteren aan Koen Thys. Hij wijst op het vluchtige van onze verontwaardiging. “Wie herinnert zich vandaag nog de naam van de Syrische peuter die op 2 september 2015 verdronk in de Middellandse Zee en aanspoelde aan de Turkse kust?” De geschiedenis, schrijft Van Cauteren, is een golf van gebeurtenissen gemaakt door mensen, en vergeten door andere mensen. “Alles wordt anoniem en verdrinkt in het niet willen herinneren.” Gelukkig zijn er altijd kunstenaars geweest die met hun beelden gebeurtenissen aan de tijd onttrekken. Van Cauteren verwijst naar Francisco Goya, Eduard Manet, Gustav Metzger, Anna Boghiguian, Adel Abdessemed... Koen Theys met Diasporalia sluit hierbij aan.
 
Vicaris Bart Paepen, pastoor van de Antwerpse kathedraal, toont zich bijzonder enthousiast over Diasporalia. Er is geen betere plek voor dit kunstwerk dan de Sint-Jozefskapel in de kathedraal, schrijft Paepen. Daar beeldt het retabel uit de negentiende eeuw het leven van de Jozef uit. Het tafereel van Jezus’ geboorte is atypisch: geen stalletje, geen os en geen ezel en – vooral – geen kribbe. Het kindje ligt op de grond, zoals vluchtelingen vandaag bij ons. Hoort een kunstwerk met dat thema thuis in een kathedraal? Ja, antwoordt Bart Paepen, en hij herinnert er aan dat Jezus en zijn ouders ook vluchtelingen waren toen ze aan de moordende afgunst van Herodes wilden ontsnappen. In het Oude Testament vindt Paepen teksten die christenen aansporen nooit te vergeten dat ze afstammen van een thuisloze zwerver op weg naar het Beloofde Land en die hen oproepen solidair te zijn met degenen die hun huis verloren hebben.
 
Kunstfilosofe Kathy de Nève plaatst Diasporalia in het oeuvre van de kunstenaar. In het werk van Koen Theys staat de mens centraal. “De mens die zich afzet tegen bestaande politieke, sociale en/of religieuze opvattingen, op zoek gaat naar de mogelijkheid zichzelf een nieuwe bestemming te geven.” De Nève staat stil bij Death Fucking Metal, het werk van Koen Theys dat recent te zien was op het kunstproject Het vlot. Kunst is (niet) eenzaam in Oostende. Ook in dit werk gaat het over een existentiële identiteitscrisis, die van versufte, uitgedoofde rockiconen.
 
Kathy de Nève bekijkt Diasporalia vanuit het oogpunt van de toeschouwer. Ze toont hoe Koen Theys geen enkel detail aan zijn aandacht liet ontsnappen. Het rijkelijk geïllustreerde boekje zoomt in op heel wat van die bijzondere details: een poppetje, een schoen, een blokfluitje, een kam, een foto, een tandenborstel… Het zijn die ‘bezittingen’ die aanzetten om de ontbrekende vluchtelingen een gezicht en een leven te geven. De Nève merkt op hoe dit bewegingsloos stilleven boordenvol dynamiek steekt en hoe de dramatiek in het tafereel nog intenser wordt door de afwezigheid van de mens. Diasporalia is van een “tragische schoonheid”, schrijft De Nève, en ze besluit: “Diasporalia is een bijtend en verontrustend werk, maar tegelijk hoopgevend. Het baadt in het licht en bevat een breed palet aan menselijkheid. Het is kwetsbaar, beklijvend, roerloos, maar ook sterk, doorkneed, dynamisch.” Middenin het boekje staan de Diasporalia-gedichten van Dimitri Verhulst. Het zijn er twaalf, evenveel als er bronzen bedden zijn in de Sint-Jozefskapel. Geen betere plek om ze lezen dan bij het werk van Koen Theys in die kapel in de kathedraal.


Openbaar Kunstbezit Vlaanderen
Juni 2018

back