MEISJES EN FILOSOFEN

IN EEN NIEUWE SAMENWERKING


Eén plus één is drie, Dat moeten Cultuurcentrum Mechelen en Cultuurcentrum Strombeek gedacht hebben. De twee hadden tot voor kort allebei een eigen tentoonstellingsprogramma, maar vanaf 2006 slaan ze twee jaar lang de handen in elkaar en gaan ze onder de noemer Beeldende Kunst Strombeek Mechelen (bk sm) samen tentoonstellingen maken. Het idee is dat ze zo grotere projecten kunnen opzetten en kunstenaars uit binnen- én buitenland kunnen uitnodigen. De Vlaamse minister van Cultuur, Anciaux kon in ieder geval niet anders dan instemmen met dit initiatief (het kunstendecreet moedigt de samenwerking tussen culturele centra immers aan) en gaf een subsidie van 160.000 euro per jaar voor tenminste twee jaar.

Koen Theys (°1963, Brussel) is de eerste kunstenaar die van deze situatie profiteert. Hoewel Theys behalve video-installaties ook fotoreeksen maakte en (voorstellen voor) beelden in de openbare ruimte, wordt hij wel beschouwd als één van de belangrijkste videokunstenaars van België. Eén van de eerste video's die hij maakte was Diana, geset in Normandië en met de Griekse godin Diana en Hitler als hoofdrolspelers. Meer recent toonde hij vorig voorjaar in het Herman Teirlinckhuis The Dynamite Show, een videomontage vol kleurrijke explosies in beeld en geluid, uit de studio's van Hollywood. En voor de Kunsthalle Lophem maakte hij Het Vanitasrecord, een video waarin het beeld langzaam langs verschillende vanitassymbolen zoals doodshoofden, (kunst)boeken en kaarsen glijdt. Het was een wel heel erg expliciete verbeelding van één van de met regelmaat terugkerende thema's in het werk van Theys: de finaliteit van het leven.

Voor bk sm maakte hij het tweeluik Meisjes & Filosofen. Het is een videoprojectie die verdeeld over de twee locaties opgesteld slaat en daar gelijktijdig afgespeeld wordt. In Mechelen rollen in een panoramabeeld honderd grijzende, bedachtzame, erudiete mannen van links naar rechts aan je voorbij: zittend, staand, lurkend aan een sigaar, een rimpel in het voorhoofd. De achtergrond is zwart, licht komt alleen van spots die hun hoofden belichten. Lichtheid komt dan weer van de stemmen van meisjes die kirrend en giechelend commentaar geven en van een beat daaronder. In Strombeek zijn het die meisjes die aan je voorbij trekken, dansend, met de haren zwiepend, onschuldlg en verlegen de lens in kijkend, of juist verleidelijk. Het beeld is vrolijk, de achtergrond wit, de kleren kleurrijk en soms piept er een stukje blote buik onder vandaan.

Opnieuw lijkt de vergankelijkheid hier centraal te staan. De meisjes zijn fris, jong, vol verwachting over alle beloftes die het leven voor hen nog in petto heeft, de mannen oud, grijs en bezadigd, ze weten dat hun leven er bijna opzit; de maagdelijk witte en doodse zwarte achtergrond versterken deze indruk. Die stelt ook het onschuldige en naïeve tegenover het geweten wat schuld kent, de ongeschonden tegenover de geschonden ziel. Maar de installatie heeft ook erotische connotaties: het lijkt alsof de filosofen op leeftijd van op een afstandje watertandend zitten te kijken naar de jonge, dansende meisjes. Die weten nog niet zo goed wat ze doen, maar ze lonken en ze lokken met hun kirrende geluiden op de achtergrond.


Anne-Marie Poels - <H>ART
26.01.2006

back